Niets dan voordelen – voor jezelf én voor de planeet
Als BioGezond-lezer hoor je wellicht graag dat je lang niet de enige bent met een interesse voor bio. Die trend merk je aan het groeiende bio-aanbod in de supermarkten, maar valt ook te staven met cijfers. Zo nam studiebureau GfK Belgium, op vraag van de VLAM (het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserij Marketing), de eetgewoontes van zesduizend Belgische gezinnen onder de loep, met extra aandacht voor het aandeel biovoeding.
Wat bleek? In 2020 kozen consumenten in ons land maar liefst 14% meer voor biologisch eten dan in 2019. Zo klimt bio in België naar een marktaandeel van 3,2%. Naast fruit en zuivel blijken vooral biologische groenten populair. Da’s goed nieuws, want bio is goed voor de planeet en voor jezelf, en meer groenten eten levert dezelfde voordelen op!
Biologisch eten: de voordelen
- Da’s planeetpunten scoren …
Door biovoeding te kopen, steek je de planeet een hart onder de riem. Boeren die biologisch werken, werken namelijk zo natuurlijk mogelijk. Ze gebruiken alleen natuurlijke mest of compost, en focussen op een gezonde bodem en inheemse planten en dieren.
Biologische landbouw zorgt er op die manier voor dat de natuurlijke hulpbronnen niet uitgeput geraken, en dat we de draagkracht van de aarde niet overschrijden. Meer nog: ze draagt bij tot de biodiversiteit. Bioboeren die bloemen zaaien rond hun akkers, lokken bijvoorbeeld niet alleen bestuivers en plaagbestrijders naar hun gewassen, maar geven tegelijkertijd vogels voedsel en beschutting. En over bestuivers gesproken: bio blijft uiteraard ver weg van de pesticiden en kunstmeststoffen die onze bijenpopulatie zo’n enorme schade toebrengen.
Bovendien gaat bio verder dan wat de boeren ons bezorgen. Het aanbod aan verwerkte biologische producten zit al jaren in de lift, en die zijn dan weer vriendelijk voor Moeder Natuur omdat er heel wat beperkingen staan op de productietechnieken die toegelaten zijn. Gamma- of röntgenstralen inzetten om de houdbaarheidsdatum te verlengen of micropartikels toevoegen om de textuur of andere eigenschappen van levensmiddelen te verbeteren: die technieken zijn uit den boze bij bio.
Daarnaast komen bij de bereiding van voedingsmiddelen vaak stoffen kijken die geen ingrediënt zijn, maar die als ‘hulpstof’ dienen tijdens de productie. Denk aan de zuren die aan het pekelbad van kaas worden toegevoegd. Bij bioproducten is het gebruik van zulke hulpstoffen flink aan banden gelegd.
- 2. … en jezelf het allerbeste gunnen
Niet alleen rond de toegestane productietechnieken en hulpmiddelen bestaan er trouwens regels. Ook additieven mogen maar met mondjesmaat voorkomen in bewerkte biovoeding. De Europese biowetgeving bestempelt veel (niet-biologische) bewaarmiddelen en kleur- en smaakstoffen als een ‘no go’. Zo zijn er van de meer dan driehonderd E-nummers maar een kleine vijftig toegelaten bij bio.Dat komt jouw gezondheid natuurlijk alleen maar ten goede.
En de E-nummers die toegelaten worden zijn zeker niet ongezond, want weet dat bijvoorbeeld E300 staat voor vitamine C en E330 voor citroenzuur.
Voor de meeste van die stoffen geldt er sowieso een ADI of Aanvaardbare Dagelijkse Inname per kilogram lichaamsgewicht. Zolang je die hoeveelheid niet overschrijdt, loop je in principe ‘geen risico’, maar bij kinderen wringt daar soms het schoentje. Doordat E-nummers zo veelvuldig voorkomen in niet-biologische voeding, kan de ADI bij hen toch al snel te hoog liggen. Niet-biologische voeding overschrijdt ook vaak de EU- norm voor baby- en peutervoeding wat pesticiden betreft (0,01 mg/kg). Voor niet-bio aardbeien, appels en sperziebonen wordt deze norm gemiddeld 50 keer overschreden – met uitschieters tot zelfs 490 maal de norm.
Meer groenten eten: de voordelen
- Je doet er je lichaam een plezier mee
Door veel groenten te eten, zeker van biologische oorsprong, geef je je gezondheid een boost. Met een extra portie sla, aubergine of paprika op je bord gun je jezelf een heleboel vezels, vitaminen en mineralen. Elke groente heeft namelijk zijn eigen voordelen. Uit spinazie en andere groene bladgroenten haal je bijvoorbeeld heel wat ijzer, calcium en vitamine B9 of foliumzuur, terwijl paprika een bron is van vitamine C. Voldoende variëren is dus de boodschap, zeker voor kindjes.
Hoe je voor die variatie zorgt, terwijl je met een volle planning en een leeg hoofd in de supermarkt staat te draaien? Als je weinig inspiratie hebt, dan is het zogenaamde regenboogdieet een goeie leidraad. Laad zo veel mogelijk verschillende soorten kleuren groenten in je winkelmandje, en dan kun je relatief zeker zijn dat je alle nodige vitaminen, mineralen en andere goodies binnen krijgt.
Of dat dan betekent dat je in mei op zoek moet naar pompoenen, wanneer die oranje helden helemaal niet in het seizoen zijn? Uiteraard niet. Tip twee voor meer variatie luidt immers: eet volgens de seizoenen. Dan zijn groenten bovendien het lekkerst. Win-win! Laat je gerust inspireren door de verschillende seizoenskalenders die je online vindt. Wedden dat je zo makkelijk varieert én uitkomt bij lekkers waar je anders nooit aan zou denken voor je gerechten?
- Een kleinere ecologische voetafdruk
Door groenten te eten wanneer ze in het seizoen zijn, verklein je verder je ecologische voetafdruk. Groenten tout court zijn daarvoor eigenlijk een goeie zet. De milieu-impact van groenteteelt ligt immers een pak lager dan die van de vis- en vleesindustrie. Groenten scheiden namelijk geen broeikasgassen uit, terwijl dieren grote hoeveelheden koolstofdioxide, methaan en distikstofmonoxide de atmosfeer in sturen. Wist je bijvoorbeeld dat, wanneer 50.000 enthousiastelingen meedoen met de VeggieChallenge van ProVeg (vroegere EVA vzw) (en dus een maand lang vegetarisch eten), ze maar liefst 950.000 kilogram CO2 besparen, en 1.450.000.000 liter water?
- 3. Een eerlijkere voedselverdeling
Tot slot draag je bij tot een eerlijkere voedselverdeling in de wereld wanneer je groenten je bord laat domineren. Momenteel dient bijna de helft van het globale geteelde graan als veevoer, terwijl we er net zo goed een groot deel van de hongerlijdende wereldbevolking rechtstreeks mee kunnen voeden. Da’s eigenlijk veel logischer dan de omweg te maken via vlees, want dat is geen efficiënt voedingsmiddel.
Een koe zet namelijk niet al het plantaardige voedsel dat ze eet om in vlees. Ze heeft zelf graan nodig om haar lichaamstemperatuur op peil te houden, om te groeien, om te functioneren en eventueel zichzelf voort te planten. Met andere woorden: ze verbruikt veel meer energie en eiwitten dan ze in vlees teruggeeft, dus er gaat onderweg heel wat kostbare voeding verloren. En da’s jammer, toch?
Op naar meer biologische groenten in onze winkelkar en op ons bord, zou ik zeggen!
Een prettige herfst gewenst!
Geef als eerste een reactie