Mythes & waarheden: Waarom kokosolie niet slecht, maar goed is voor hart en bloedvaten

Het geldt op alle domeinen: als je een totaal verkeerde boodschap – tegen alle bewijzen in – maar blijft verspreiden en herhalen, dan nemen veel mensen deze boodschap voor waar. Zo blijven de margarine-industrie en de klassieke voedingsleer, met behulp van de mainstream media, maar roepen dat kokosolie slecht is voor hart- en bloedvaten, omdat het een bron is van verzadigde vetzuren. Maar net het tegenovergestelde is waar!

Voor alle duidelijkheid

Vooraleer te weerleggen dat kokosolie niet slecht, maar net goed is voor hart- en bloedvaten, wijzen we erop dat we enkel de loftrompet steken over koksolie uit eerste koude persing, verkregen zonder gebruik van solventen, die geen raffinage onderging, noch een blekings-, ontgeurings- of hardingsproces. Deze “extra virgin” kokosolie is totaal verschillend van de minderwaardige kokosolie of copra-olie, afkomstig uit langdurig in de zon in onhygiënische omstandigheden of bij hoge temperaturen gedroogde kokosnoten of “copra”, die geraffineerd, gebleekt en ontgeurd wordt en niet zelden ook nog ook een hardings- of hydrogenatieproces onderging. Deze copra-olie behoort tot het rijtje van de industriële en ongezonde oliën zoals de meeste supermarktoliën en margarines. Ook willen we benadrukken dat, hoezeer extra virgin kokosolie een uiterst interessante bron is van verzadigde vetzuren, de consumptie ervan uiteraard moet kaderen in een evenwichtig voedingspatroon dat ook mono- en poly-onverzadigde vetzuren van een goede kwaliteit aanvoert. Dat laatste wil (eveneens) zeggen: verkregen uit eerste koude persing en ongeraffineerd.

Waarom extra virgin kokosolie niets slecht is voor de bloedvaten, integendeel

  1. Verzadigde vetten: niet de boosdoeners

Het eerste argument waarmee we de stelling willen ontkrachten dat extra virgin kokosolie met zijn ongeveer 90 % verzadigde vetten, slecht zou zijn voor hart- en bloedvaten, is het feit dat anno 2020 nu al zo uitgebreid is aangetoond dat verzadigde vetten onmisbaar zijn voor een goede gezondheid en helemaal niet de boosdoeners zijn voor hart- en bloedvaten. Minstens 10 ernstige meta-analysen van het laatste decennium bewijzen dat en studies op bevolkingsgroepen (Tokelau, Masaï, Inuit, Aboriginals…) die een grote hoeveelheden verzadigde vetten gebruiken, maar geen hart- en vaatziekten doen, bewijzen dat. De zogenaamde theorie dat verzadigde vetten hart – en vaatziekten veroorzaken, wordt door ernstige wetenschappers de “grootse wetenschappelijke leugen van de 20ste eeuw” genoemd.

  • Cholesterol wordt minder atherogeen

Het volgend nepargument dat door de tegenstanders van kokosvet wordt aangehaald om te staven dat het bijdraagt tot hart- en vaatziekten, is het feit dat het zogezegd de cholesterolspiegel verhoogt.  Om te beginnen klopt dat in vele gevallen niet,  tenzij het gaat om de reeds aangehaalde minderwaardige copra-olie. Maar als we het echte gevaar van cholesterol willen inschatten of willen nagaan hoe “atherogeen” ze is of echt bijdraagt tot atherosclerose, dan zijn er vier zaken die we best bekijken: wat gebeurt er met de zogenaamde “slechte” LDL-cholesterol wat betreft de fracties ongevaarlijke, niet aanslibbende “large buoyant” cholesterol en de wel aanslibbende of kleverige “small dense” cholesterol, wat gebeurt er met de  “goede” HDL-cholesterol, wat gebeurt er met de verhouding totaal cholesterol/HDL-cholesterol, een verhouding die meer voorspellend is dan het totaal- of LDL-cholesterol en in welke mate remt of draagt koksolie bij tot de oxidatie van cholesterol tot “oxycholesterol”, de cholesterol die echt bijdraagt tot de vorming van plaques?

  • verzadigde vetten, waartoe kokosolie behoort, verhogen bij de mens de goede, ongevaarlijke, niet aanslibbende “large buoyant” LDL-cholesterol, ten nadele van de slechte, gevaarlijke en wel aanslibbende “small dense” LDL-cholesterol en zullen dus ondanks de matige verhoging van de totale cholesterol die ze soms veroorzaken, niet zorgen voor meer aanslibben van cholesterol
  • kokosolie verhoogt consequent het HDL-cholesterolgehalte bij de mens.
  • kokosolie verlaagt de cardiovasculaire risicofactor of de verhouding totaal/HDl-cholesterol
  • kokosolie remt door haar antioxiderende polyfenolen sterk de oxidatie van cholesterol tot de verklevende oxycholesterol

Nog dit: het meest voorkomende verzadigd vetzuur in kokosolie is laurinezuur (43 à 53 % van de vetzuren). Net dit vetzuur is van alle verzadigde vetzuren het vetzuur dat de meest gunstige invloed heeft op de verhouding totaal cholesterol/HDL-cholesterol en dat tevens het sterkste verlagende effect heeft op die andere bloedvetten, de triglyceriden.

  • Middellangketenige vetzuren slibben niet aan!

Wat kokosolie als leverancier van verzadigde vetten zo interessant maakt, is het feit dat ze bij vertering medium chain fatty acids (MCFA’s) of middellangketenige vetzuren  vrijstelt. Dat  zijn vetzuren met een kortere ketenlengte dan de langketenige vetzuren (LCFA’s) die bij de vertering van de meeste andere oliën worden vrijgesteld. Nu is het metabolisme van deze  middellangketenige vetzuren helemaal anders in het lichaam dan de langketenige vetzuren: vanwege de korte ketenlengte en het vrij waterig karakter dat ze vertonen, worden ze eenvoudig opgenomen in de dunne darm en bereiken ze via de poortader de algemene bloedcirculatie, om vervolgens vlot in de lever verwerkt te worden. Dit staat in schril contrast met die langketenige vetzuren die in de darmen moeten combineren of “veresteren” met eiwitten tot de zogenaamde “lipoproteïnes” (complexen van dragereiwitten en vetten), om vervolgens traag via de lymfewegen van de darm in het bloed terecht te komen. Deze lipoproteïnen kunnen dan ter hoogte van verschillende de weefsels hun LCFA’s afstaan (ter verbranding of opslag) en zo de lever bereiken.

Nu is het een uitermate belangrijk gegeven dat, wat betreft de bijdrage van vetten tot atherosclerose of slagaderverkalking, het precies deze lipoproteïnen met LCFA’s zijn die bijdragen tot de vetafzettingen in de slagaderen en voor. Conclusie: de middellangketenige vetzuren van kokosvet, die snel opgenomen en gemetaboliseerd worden en die geen deel uitmaken van de cholesterol transporterende lipoproteïnen, gaan niet op de vaatwanden aanslibben en spelen dus geen rol in het ontstaan van atherosclerose, de hoofdoorzaak van hart- en vaatziekten!

  • Bijkomende factoren die atherosclerose afremmen

Het proces van slagaderverkalking of atherosclerose is een ingewikkeld proces, waarbij op basis van veel risicofactoren een chronische, laaggradige ontsteking van de bloedvatwanden optreedt, die leidt tot de aanmaak van plaques. Dit model is veel correcter dan atherosclerose gewoon af te doen als het gevolg van de neerslag van LDL-cholesterol. Er zijn nog een aantal andere eigenschappen, waardoor extra virgin kokosolie atherosclerose of slagaderverkalking afremt:

  • ze heeft algemene anti-inflammatoire of ontstekingsremmde effecten, waarmee ze de chronische ontsteking van de vaatwanden, de belangrijkste oorzaak van atherosclerose, afremt ook op de vaatwand
  • de antioxidanten erin (ferulazuur, p-coumaarzuur, koffiezuur en catechinezuur) remmen de vorming van atherosclerotische plaques omdat ze in de oxidatie van LDL-cholesterol tot oxycholesterol afremmen.
  • ze heeft antitrombotische of “bloedverdunnende” eigenschappen, wat ook het ontstaan en de progressie van slagaderverkalking afremt
  • ze kan de bloeddruk verlagen, wat ook een niet onbelangrijke risicofactor is van hart- en vaatziekten
  • ze verlaagt ook de weinig bekende, maar zeer belangrijke risicofactor op hart- en vaatziekten: lipoproteïne (a)

  • Via afname insulineresistentie

En zeer belangrijke, zo niet de belangrijkste risicofactor op hart- en vaatziekten is de zogenaamde “insulineresistentie”. Dat is het fenomeen waarbij, hoofdzakelijk door een verkeerde levensstijl en daarmee gepaard gaande chronische ontsteking, de lichaamscellen onvoldoende reageren op het bloedsuikerverlagend hormoon insuline. Hierdoor kan minder goed glucose uit het bloed opgenomen worden door de lichaamscellen, wat niet alleen de pancreas verplicht meer insuline aan te maken (hyperinsulinemie), de resulterende verhoogde glucosebloedspiegel zet ook een reeks metabole veranderingen in gang, die de ontwikkeling van hart- en vaatziekten bevorderen. Nu kan extra virgin kokosolie bijdragen tot het voorkomen of aanpakken van insulineresistentie. Vooral op basis van de verzadigde vetzuren laurinezuur en caprinezuur en op basis van de antioxiderende polyfenolen ferulazuur en p-coumaarzuur, kan kokosolie bewezen de insulineresistentie verminderen. Een andere manier waarop kokosolie ook nog de insulineresistentie kan verminderen, is het feit dat laurinezuur en de polyfenolen door hun antimicrobiële en antibacteriële eigenschappen low grade infections (laaggradige infecties) kan voorkomen, die ook bijdragen tot insulineresistentie. 

  • Via afname (centrale) obesitas

Ook overgewicht (BMI tussen 25 en 30) en obesitas (BMI > 30) zijn zeer gekende risicofactoren voor het ontwikkelen van hart- en vaatziekten. In het bijzonder geldt dat vooral abdominale of centrale obesitas, ook wel “buikvet” genoemd, waarbij teveel vet zich ophoopt in en rond de buikorganen, wat vooral zorgt voor een toename van chronische laaggradige ontsteking. Nu kan kokosolie niet alleen in vergelijking met evenveel calorieën van andere vetten algemeen de kans op overgewicht verminderen, ze vermindert ook specifiek centrale obesitas, gemeten door de lendenomtrek:

  • omdat de middellangketenige vetzuren of MCFA in kokosolie maar

8,3 kcal per gram aanvoeren, in tegenstelling tot andere vetten die per gram 8,8 kcal/g (soja- en saffloerolie) tot 9,3 kcal (olijfolie en boter) aanvoeren, en dat is toch al 2,5 à 10 % minder.

  • omdat de middellangketenige vetzuren minimaal worden opgeslagen als vet en eerder gebruikt als directe energiebron: niet alleen door hun vlotte verteringsproces, maar vooral omdat ze in tegenstelling tot de langketenige vetzuren niet eerst aan de transportmolecule L-carnitine moeten binden om in de mitochondriën terecht te komen en daar verbrand te worden. Alles samen worden MCFA gemiddeld 3 maal sneller verbrand tot energie en bijgevolg ook minder snel opgeslagen worden als vetweefsel.
  • omdat de middellangketenige vetzuren zorgen voor een betere thermogenese of warmteproductie in vergelijking met evenveel calorieën langketenige vetzuren
  • kokosolie vermindert de eetlust en/of leidt eerder tot verzadiging. Omdat ze het hongerhormoon ghreline verlagen en de verzadigingshormonen YY en leptine verhogen    
  • Geen vorming van schadelijke peroxiden of aldehyden, wel sterke antioxidanten

Wat tenslotte ook zeer belangrijk is en kokosolie een interessant voedingsmiddel maakt in de strijd tegen hart- en vaatziekten, is het feit dat ze bestaat uit zeer stabiele verzadigde vetzuren (zonder dubbele bindingen). Dat betekent dat ze goed verhitting verdraagt en bij bakken of braden geen aanleiding geeft tot het ontstaan van geoxideerde vetzuren of “peroxiden”. Deze peroxiden zijn “vrije radicalen” of agressieve stoffen die DNA, eiwitten en vetten kunnen aantasten en ontstekingsverschijnselen in de bloedvaten (en elders in het lichaam) bevorderen. Als daarentegen de (onterecht) voor bakken en braden aanbevolen oliën, margarines en bakvetten gebruikt worden, wordt bij die verhittingsprocessen een deel van de veel minder stabiele poly-onverzadigde vetzuren omgezet tot schadelijke “peroxiden”, wat een kettingreactie in gang zet en waarbij ook nog schadelijke aldehyden ontstaan. Overigens bevat extra virgin kokosolie veel meer antioxidanten dan de door de gezondheidsinstanties aanbevolen geraffineerde oliën met poly-onverzadigde vetzuren,  nog een bijkomende reden waarom ze bij verhitting niet of veel minder leidt tot het ontstaan van vrije radicalen in vergelijking met die industriële oliën met poly-onverzadigde vetzuren.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*