Op drie dagen tijd kunnen we te weten komen of onze levenskracht sterk genoeg is om op eigen kracht een virale of bacteriële infectie te overwinnen. In de natuurgeneeskunde noemen we dit de ‘3-dagen regel’
Ons verdedigingsmechanisme
Een goede levensenergie (levenskracht genoemd) zorgt voor een goed werkend verdedigingsmechanisme. Dit omvat alle zelfherstellende functies die ervoor zorgen dat elk onderdeel van ons organisme in harmonie samenwerkt, het zorgt voor een constante vernieuwing van alle cellen, maar ook voor de verdediging tegen aanvallen door alle soorten micro-organismen.
Bij een eerste contact met een vijandig virus of microbe schiet het verdedigingsmechanisme aan het werk. Koorts zorgt voor snellere bloeddoorstroming met aanbreng van noodzakelijke genezingsstoffen en afvoer van afval. Ziektegevoel en moeheid zorgen ervoor dat men verplicht moeten rusten en energie sparen. Het immuunsysteem produceert antistoffen die de verdere vermenigvuldiging van de kiemen blokkeren en hen doden. Ondertussen worden alle dode of beschadigde cellen opgeruimd en alle defecten hersteld. Indien deze verdedigingsreactie optimaal verloopt duurt ze gemiddeld 3 dagen, we noemen dit de ‘zelfgenezingsreactie’ of het ‘zelfherstel’.
Het beste en het slechtste geval
Zelfgenezing gebeurt niet steeds zoals de natuur het heeft bedoeld, ofwel omdat de levenskracht verzakt is, ofwel omdat de aanvallende kiem abnormaal sterk is. We bekijken hierna de verschillende mogelijkheden en het belang van de 3-dagen regel daarbij.
- Bij excellente of perfecte levenskracht is het mogelijk dat de patiënt die in contact komt met een virus of microbe zich wat extra moe voelt, vroeg gaat slapen en zich de dag daarna weer helemaal gezond voelt.
- Bij optimale levenskracht voelt men zich de eerste dag ziek worden, kan men de tweede dag heel ziek zijn, maar treedt er vanaf de derde dag reeds een (geringe) verbetering op, die daarna snel leidt tot volledig herstel.
- Bij verzwakte levenskracht wordt men de eerste dag ziek, is men de tweede dag erger ziek en is men de derde dag nog niets beter. Hier zal mogelijk extra medische hulp nodig zijn.
- Bij zéér verzwakte levenskracht (bv. door chronische ziekten) wordt men de eerste dag ziek, is men de tweede dag zieker en is men de derde dag nog véél zieker. Het is duidelijk dat hier dringend klassieke medische hulp nodig is.
Op 3 dagen tijd komen we dus te weten of onze levenskracht sterk genoeg is om de acute aanval van een kiem de baas te kunnen en of er al dan niet klassieke medische hulp nodig is.
Wat kunnen we zelf doen?
Of onze levenskracht nu optimaal is of niet, of het nu gaat om een boosaardig micro-organisme of niet, in de natuurgeneeskunde is en blijft het de algemene regel om de eerste 3 dagen even af te wachten en aan te zien. De eerste en belangrijkste stap is om alle mogelijke energie te sparen, zodat het verdedigingsmechanisme optimaal zijn werk kan doen. Dit wil zeggen: vooral rusten, verzaken aan elke verplichting, zorgen voor emotionele rust, zoveel mogelijk slapen (slaap u gezond), voldoende drinken, lichte natuurlijke voeding, enz. Daarbij kan eventueel gebruik worden gemaakt van eenvoudige natuurlijke huismiddeltjes: inhaleren of gorgelen met salie, hoestsiroop op basis van tijm, salie en den. Bij overdreven pijn en koorts kan gebruik worden gemaakt van paracetamol (vb. Dafalgan) of acetylsalicylzuur (vb. Aspirine), alhoewel het beter is om matige koorts niet te onderdrukken omdat die een noodzakelijk onderdeel is van het natuurlijk genezingsproces.
Tijdens die eerste 3 dagen heeft een doktersbezoek niet veel zin. Ook het doen van testen, bloednames, of de inname van medicijnen heeft tijdens de eerste 3 dagen eigenlijk weinig nut. Meest cruciaal is om ‘3 dagen te rusten en af te haken’ zodat zoveel mogelijk energie naar het verdedigingsmechanisme kan gaan: vroeger werd dat gewoon ‘uitzieken’ genoemd. Pas wanneer de klachten de derde dag niet beter zijn of verergeren, moet er worden ingegrepen.
Mechanistische opvattingen
Veel oude, natuurlijke inzichten rond ziekte en gezondheid zijn tegenwoordig vervangen door louter materialistische, mechanistische en reductionistische opvattingen. Wetenschap lijkt het menselijk organisme te beschouwen als een computer, die gewoon vlug eventjes ‘virusvrij’ moet worden gemaakt (de coronacrisis was daar een duidelijk voorbeeld van). We lijken te zijn vergeten dat ons organisme, wanneer het sterk genoeg is en er wat tijd voor krijgt, ook efficiënt virussen en microben kan bestrijden en aan zelfherstel en zelfgenezing doen.
Velen gaan er tegenwoordig angstig vanuit dat elke acute infectie, elke klacht, elke koorts het begin kan zijn van een ernstige zware ziekte en willen daarom direct onderzocht, getest en/of behandeld worden. Dit brengt op zich weer nieuwe spanning, stress en angst met zich mee. Zo ontstaan zelfs situaties waarbij mensen zonder de minste klacht zich toch medisch laten behandelen. We zijn vergeten dat 1 of 2 dagen complete rust ons kan leren of onze levenskracht al dan niet in staat is om een probleem zelf op te lossen. Laten we niet vergeten dat acute ziekten, die steeds opnieuw op een onnatuurlijke manier worden behandeld, gemakkelijk aanleiding geven tot latere blijvende (= chronische) ziekten
Pasteur versus Béchamp
De discussie over het al dan niet bestaan van de levenskracht en het zelfgenezend vermogen is al eeuwen aan de gang. Tussen 1850 en 1890 was er een enorme rivaliteit tussen twee wetenschappers: Dr. Antoine Béchamp die de terrein-theorie voorstond en Louis Pasteur die de kiem-theorie verdedigde. Pasteur had bewezen dat microben bestonden en dat je die kon doden door verhitting (pasteurisatie). Hij stelde daarom dat je mensen enkel kan genezen via het doden van microben. Béchamp daarentegen stelde dat het van de sterkte van de levenskracht afhangt of de patiënt al dan niet zelf een microbe kan doden, dus dat genezing afhangt van de sterkte van ‘het terrein’ waarop die microbe terecht komt.
Op het einde van zijn leven was Pasteur (die 73 jaar werd) door ervaring iets wijzer geworden en deed hij de bekende uitspraak: “Le microbe n’est rien, le terrain est tout”. Daarmee gaf hij aan zijn rivaal Béchamp (die 92 jaar werd) toe dat voor een echte genezing het terrein (= de levenskracht of levensenergie) inderdaad minstens even belangrijk is als de kiem zelf.
Dr. Fons Vanden Berghe, Genk
Gepensioneerd huisarts-homeopaat
Geef als eerste een reactie