Waarom voedingssupplementen niet nutteloos zijn

In de vorige twee bijdragen van ‘Waarom voedingssupplementen niet nutteloos zijn’ hebben we diverse redenen aangehaald waarom zoveel mensen nutritionele tekorten vertonen: verkeerde reguliere voedingsadviezen, verarmde landbouwgewassen, een verhoogde toxische belasting, veeleisende levensomstandigheden, de inname van medicijnen, een ziekteproces dat de opnamecapaciteit vermindert… Toch blijven de farmaceutische industrie en reguliere dieetleer – volop gesteund door de media – bijna dagelijks berichten spuien die het gebruik van voedingssupplementen afraden of ontmoedigen. Welke slinkse methoden hanteert men hierbij?


De meest aangewende strategie om voedingssupplementen in een slecht daglicht te plaatsen is heel eenvoudig: alle goed uitgevoerde studies die een positief effect aantonen doodzwijgen, om vervolgens moord en brand en brand te schreeuwen als er een negatieve studie uitkomt, zelfs al is die laatste van een verdachte kwaliteit.

Positief nieuws negeren, negatief nieuws accentueren

Een voorbeeld: nadat al minstens dertien (!) meta-analysen van goed uitgevoerde studies de zeer interessante waarde van visolie (EPA en DHA) in de preventie van hart- en vaatziekten waren gepubliceerd, was er toch een meta-analyse die concludeerde dat de omega-3-vet- zuren geen positief effect opleverden. De truc? Men maakte een zeer selectieve keuze van (door de farmaceutische industrie gesponsorde?) studies met één of meer van de volgende tekortkomingen: te lage doses van EPA en DHA, een looptijd die te kort is om een positief effect te sorteren, studies die lijnzaadolie in (godbetert) industriële margarine gebruiken als bron van omega-3-vetzuren of visolie geven aan ernstig zieke patiënten, die al lang het preventie- stadium voorbij zijn. Vervolgens orakelen de media werken niet”, waarin een cardioloog die gekend is om zijn aversie voor natuurlijke voedingssupplementen, zegt dat “ze dat eigenlijk al lang weten” (sic). Erudiete collega’s van die man die wel beslagen zijn op dat terrein, die dagelijks visolie voorschrijven en omega-3-vetzuren veel belangrijker vinden dan cholesterolverlagende statines, komen niet aan het woord. Een ander voorbeeld: terwijl de laatste twee jaar zoveel correct uitgevoerde studies aanto- nen dat o.a. vitamine D, zink en quercetine de frequentie en ernst van corona-infecties sterk kunnen verminderen, worden deze stu- dies gewoon genegeerd, of durft men – tegen alle bewijzen in – stel- len dat die voedingssupplementen helemaal niets doen.

Foto: Nadat al minstens dertien (!) meta-analysen van goed uitgevoerde studies de zeer interessante waarde van visolie (EPA en DHA) in de preventie van hart- en vaatziekten waren gepubliceerd, was er toch een meta-analyse die concludeerde dat de omega-3-vetzuren geen positief effect opleverden.

Verkeerde, synthetische vormen van vitaminen

Ideaal om voedingssupplementen af te breken zijn studies met verkeerde, synthetische vormen van vitaminen. Zo wordt bijna steeds een Finse studie aangehaald die concludeerde dat bètacaroteen, ingenomen door rokers, de kans op longkanker… vergroot. Dat het hier ging om één geïsoleerd lid van de carotenen (dus geen natuurlijk complex van carotenoïden), dat die onder zijn synthetische ‘all trans’ vorm werd toegediend (natuurlijke bètacaroteen bevat 15 à 30 % van de ‘cis’-vorm), dat die in een te hoge dosis werd toegediend (waardoor de werking van andere carotenen zoals alfa-, delta- en gammacaroteen op het longslijmvlies werd afgeblokt) en dat de capsules ervan de toxische kleurstof chinolinegeel bevatten… wordt hierbij wijselijk verzwegen. De conclusie van deze studie staat lijnrecht tegenover talrijke epidemiologische studies die aan- tonen dat een dieet rijk aan de ganse carotenenfamilie wel degelijk de kans op longkanker verlaagt. In die context zal een supplement met een natuurlijke carotenenmix dat ook doen en zeker de algen spirulina en chlorella, ‘bommen’ van natuurlijke carotenen. Nog een dankbare studie om voedingssupplementen af te breken: een studie die zogezegd aantoonde dat inname van vitamine E de kans op prostaatkanker… vergroot. Dat het hier gaat om alfatocoferol en dus maar één geïsoleerd lid van de ganse vitamine E-familie (die bestaat uit 4 tocoferolen en 4 tocotriënolen), om een zeer onvol- ledige vitamine E die dus niet gamma- en deltatocoferol bevat (net de vormen die meest beschermen tegen prostaatkanker) en dat die in een storende, synthetische vorm werd toegediend (D,L-alfato- coferol), zijn blijkbaar niet van tel. Terwijl talrijke epidemiologi- sche studies net aantonen dat vitamine E-rijke voeding wel degelijk het risico op prostaatkanker verlaagt. In die zin zal een goed voe- dingssupplement met gemengde tocoferolen (inclusief de voor de bescherming tegen kanker belangrijke delta- en gammatocoferol- vormen) net wel beschermend werken tegen (prostaat)kanker, zo- als een onafhankelijke onderzoeksgroep concludeerde. Overigens zal een voedingssupplement met gemengde tocotriënolen (met een hoger antioxiderend vermogen dan tocoferolen) dat wellicht nog meer doen.

Foto: Een dieet dat rijk is aan de ganse carotenenfamilie verlaagt wel degelijk de kans op longkanker. In die context zal een supplement met een natuurlijke carotenenmix dat ook doen en zeker de algen spirulina en chlorella, ‘bommen’ van natuurlijke carotenen.

Nog meer van dat

Vaak aangehaald, is ook nog de studie waarbij verkeerde, synthetische vormen van B-vitamines het risico op longkanker bij rokers blijken te verhogen of de studie waarbij de verkeerde vorm van foliumzuur de kans op prostaatkanker zou verhogen. In het zog daarvan worden vervolgens ook maar onmiddellijk de natuurlijke, niet synthetische en bioactieve vormen van deze B-vitamines sterk afgeraden! Nog koren op de molen van de rabiate tegenstanders van voedingssupplementen: het klopt dat vitamine B6, toegediend in de verkeerde vorm (pyridoxinehydrochloride) en in te hoge doses zenuwontstekingen kan veroorzaken. Wat doet men dan in België, op advies van de Hoge Gezondheidsraad? Daarmee ook de totaal onschadelijke en natuurlijke vorm van vitamine B6 of pyridoxal-5’- fosfaat ‘bestraffen’, waardoor een Belgisch voedingssupplement maar de belachelijk lage maximale dagdosis van 6 mg daarvan mag bevatten. Ter vergelijking: na bestuderen van diezelfde studie over de toxiciteit van vitamine B6, mag van de Nederlandse instanties nog steeds de dagdosis van… 21 mg vitamine B6 in een supplement zitten; zijnde 350 % meer! De Belgische Hoge Gezondheidsraad hanteert alle hierboven vernoemde incorrecte studies om het gebruik van voedingssupplementen af te raden of de dosis ervan te beperken. Resultaat: niet genotificeerde (en in principe in België niet toegelaten) buitenlandse supplementen met hogere doses worden toch via verschillende gezondheidsprofessionals aan de man gebracht of consumenten kopen gewoon hoger gedoseerde supplementen aan via internet (soms van dubieuze kwaliteit). De dupe: de Belgische ondernemer die kwaliteitssupplementen op de markt zet.

Anorganische vormen van mineralen

Ook handig om de inname van voedingssupplementen af te raden, is het gevaar of de nevenwerkingen van anorganische, slecht op- neembare of potentieel schadelijke vormen van mineralen op de rug te schuiven van organische en niet storende vormen van mineralen. Frappant in dit verband is het verbod in België om (alweer op advies van de Hoge Gezondheidsraad) meer dan een dagdosis van 105 mcg selenium in een voedingssupplement te stoppen. Terwijl dat inder- daad voor anorganische seleniumvormen (seleniet, selenaat) een verstandige maatregel is, wordt – in tijden dat seleniumgebrek en het daaraan gekoppelde verhoogde risico op kanker en op corona- infecties sterk onderbouwd is – de zeer nuttige, organische vorm van selenium (seleniumgist) mee ‘bestraft’. En dit tegen de adviezen in van drie gerenommeerde kenniscentra, die minstens 200 mcg selenium als een zeer veilige dosis aanzien voor een voedingssup- plement. Alweer een reden waarom de Belgische consument naar buitenlandse voedingssupplementen gaat grijpen met een optimale dagdosis van minstens 200 mcg selenium, waardoor de Belgische producent van voedingssupplementen oneerlijke concurrentie on- dergaat.

Studies met multi’s met slecht opneembare vormen

Heel dankbaar om de nutteloosheid van voedingssupplementen aan te tonen, zijn studies verricht met de zogenaamde ‘multipreparaten’, die een hele reeks vitaminen en mineralen bevatten. Niet alleen zijn in dergelijke voedingssupplementen de doses van de actieve ingrediënten zo laag, dat ze hooguit de gezondheid kunnen ondersteunen, bovendien zitten daarin vaak slecht opneembare vormen van mineralen in zoals calciumcarbonaat, magnesiumoxide, zinkoxide, ijzersulfaat… alsook slechte, synthetische vormen van vitaminen zoals vitamine B12 (cyanocobalamine), vitamine B9/M (foliumzuur), vitamine B6 (pyridoxinehydrochloride) en vitamine E (D,L-alfatocoferol). In het zog van deze ‘allegaartjes’, de naam voedingssupplement niet waardig, worden vervolgens wel goed sa- mengestelde voedingssupplementen afgebroken.

‘Designed to fail’-studies

Er kan niet ontkend worden dat er door de farmaceutische industrie miljarden worden verdiend aan gepatenteerde geneesmiddelen. Om dat zo te houden, moet die uiteraard zijn best doen om mensen en gezondheidsbegeleiders zoveel mogelijk van werkzame en natuurlijke middelen weg te houden. Het is dan ook veel meer dan een vermoeden dat de farmaceutische industrie bepaalde onder- zoeken naar de werkzaamheid van voedingssupplementen finan- ciert, waarvan op voorhand geweten is dat ze gedoemd zijn om een nulresultaat of zelfs negatief effect op te leveren. Zo kan men voor een ‘meta-analyse’ zeer selectief keuzes gaan maken van studies met veel te lage doseringen, met verkeerde of synthetische vormen van vitaminen en/of mineralen, met een veel te korte duur, met een niet passende onderzoeksgroep etc… Vervolgens worden die ‘designed to fail’ -studies met veel bombarie gepubliceerd in de media, waarin de echt goed uitgevoerde studies met een positief resultaat nooit aan bod zijn gekomen.

Gefermenteerde rode rijst versus statines

Hemeltergend en fundamenteel onrechtvaardig is ook hoe men vanuit de farmaceutische industrie goed werkende en veilige voedingssupplementen probeert uit de weg te ruimen ten voordele van peperdure medicijnen (die de gezondheidszorg sterk onder druk zetten) met ernstige potentiële nevenwerkingen. Een pijnlijk voorbeeld hiervan is gefermenteerde rode rijst of rode gistrijst. Dit natuurlijke fermentatieproduct wordt al eeuwen in de Aziatische geneeskunde ingezet voor de gezondheid van de bloedvaten en in de westerse wereld is het een middel dat bij ongeveer 90 % van de mensen zorgt voor een normale cholesterolspiegel en dit zonder de nevenwerkingen van de cholesterolverlagende statines. Uiteraard moet dit natuurlijke voedingssupplement aan welbepaalde kwaliteitseisen voldoen en vanuit de sector worden daar nauwlettend op toegekeken. Inmiddels hebben duizenden mensen in België en mil- joenen mensen wereldwijd kunnen ervaren dat het vervangen van statines met vervelende nevenwerkingen door gefermenteerde rode rijst zonder nevenwerkingen, ook zorgt voor een gunstige choles- terolspiegel. Het stikjaloerse en schatrijke statinekamp – dat nota bene werkt met synthetische en hoog gedoseerde kopieën van de belangrijkste werkstof van gefermenteerde rode rijst, monacoline K – heeft nu na sterk lobbywerk bij het EFSA (Europees Voedsel- agentschap) het zover gekregen om de toegelaten dagdosis van 10 mg monacoline K in gefermenteerde rode rijst te beperken tot 2,99 mg. Ondanks het feit dat in 2019 een grote meta-analyse van liefst 53 placebogecontroleerde studies aantoonde dat gefermenteerde rode rijst helemaal niet leidt tot spier- en gewrichtsklachten of tot stoornissen van de lever- en nierfunctie. Zo probeert men de men- sen weer in de richting van de statines te duwen, medicijnen met mogelijke vervelende nevenwerkingen op korte duur (krampen, spierpijnen, vermoeidheid, vergeetachtigheid, slapeloosheid, nacht- merries…), maar met vooral potentieel ernstige nevenwerkingen op de lange duur (verhoogde kans op: diabetes type 2, ziekte van Parkinson, depressiviteit, dementie, kanker…).


Maak de mensen bang

Tenslotte, wat zeer effectief blijkt en een werkwijze is waarvan veel gebruikt wordt gemaakt door de farmaceutische industrie (zoals men ook doet om vaccins aan de man te brengen): de mensen bang maken. Zo wordt op de website van ‘Stichting tegen kanker’ de kankerpatiënt en zijn begeleider bang gemaakt met de hoger aan- gehaalde studies met synthetische bètacaroteen, synthetische alfa- tocoferol, de verkeerde vormen van vitamines B en foliumzuur… die in hogere dosis de kans op kanker zouden verhogen. De goed uitgevoerde studies met de correcte versies van deze voedingsstof- fen, alsook de talrijke epidemiologische studies die aantonen dat deze voedingsstoffen in hun natuurlijke vorm de kans op kanker verlagen, worden uiteraard niet aangehaald. Nog een voorbeeld: onterecht waarschuwen dat vitamine C nierstenen veroorzaakt, waardoor veel mensen geen gebruik durven maken van dit goed- koop en veelzijdig voedingssupplement. En de inname ervan be- perken tot 1 gram per dag, terwijl er bv. in Nederland helemaal geen dosisbeperking bestaat.

Foto: Inmiddels hebben duizenden mensen in België en miljoenen mensen wereldwijd kunnen ervaren dat het vervangen van statines met velende nevenwerkingen door gefermenteerde rode rijst zonder nevenwerkingen, ook zorgt voor een gunstige cholesterolspiegel.

Opgepast

Er zijn helaas heel wat voedingssupplementen op de markt met slechte samenstellingen, met minderwaardige ingrediënten en met onwerkzame dosissen. En dat is natuurlijk koren op de molen van de tegenstanders van voedingssupplementen. We moeten dus zeker zijn dat we voor een bepaalde indicatie, aandoening of klacht over een werkzaam voedingssupplement kunnen beschikken. Ofwel zal je als voorschrijver of consument je vertrouwen stellen in een fir- ma, waarvan je weet dat de kwaliteitsstandaard van de supplemen- ten zeer hoog ligt, ofwel moet je zelf kritisch de ingrediëntendecla- ratie evalueren en de professionele informatie van het betreffende product grondig doornemen.

Enkele nuttige tips


Hoe kan je zelf het kaf van het koren scheiden bij voedingssup- plementen?

  • lees de ingrediëntenlijst zeer nauwkeurig
  • ingrediënten, waarvan de werking in gerandomiseerde place- bogecontroleerde studies zijn bewezen, verdienen de absolute voorkeur (bv. in plaats van te schermen met een obscuur be- paalde x-maal betere opneembaarheid, moet van een goed kur- kumapreparaat vooral de werkzaamheid in meerdere correcte studies aangetoond zijn)
  • deze ingrediënten moeten vervolgens ook in de correcte dag- dosis volgens de klinische studies aangevoerd worden
  • ingrediënten waarvan de biologische beschikbaarheid met een optimale opname zijn aangetoond, zijn ook aanraders (‘het is niet wat je inneemt, maar wat je opneemt, dat telt’) en moeten opnieuw in de correcte doses aangevoerd worden
  • wat betreft mineralen verdienen gecheleerde, aan aminozuren gebonden mineralen de absolute voorkeur op minerale zouten (bv. magnesiumbisglycinaat is beter dan magnesiumcitraat en veel beter dan magnesiumoxide, zinkbisglycinaat en zinkme- thionine zijn veel beter dan zinkoxide)
  • wat betreft vitaminen moet het gaan om de correcte bioactieve vormen (bv. vit B12: geen cyanocobalamine of hydroxycoba- lamine, maar methyl- of adenosylcobalamine, vit B6: geen pyridoxinehydrochloride, maar pyridoxal-5’-fosfaat, folaat: geen foliumzuur, maar 5-methyltetrahydrofolaat, vit E: gemengde tocoferolen of gemengde tocotriënolen)
  • volg een opleiding in ‘orthomoleculaire leer’ waarbij je de cor- recte toepassing, kwaliteit en doses van voedingssupplementen leert kennen. Zoals aan VZW De Levensschool of Reliantie VZW:
    Opleiding orthomoleculair voedingscoach bij de Levensschool of Orthomoleculaire coaching: Therapie, opleidingen en cursussen bij Reliantie.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*