Waarom zink zo belangrijk is

Zink is een levensnoodzakelijk mineraal dat op heel diverse manieren bijdraagt tot een optimale gezondheid. Zo kwam het de laatste jaren sterk in de spotlights te staan, omdat het een cruciale rol speelt in de afweer tegen virale infecties zoals SarsCov2-infecties. Zink moet in de eerste plaats aangevoerd worden door een volwaardige voeding, maar soms zijn goede supplementen op zijn plaats.

Voedingsbronnen

Zink komt nauwelijks voor in groenten en fruit. Ook granen zijn geen topbronnen en bovendien vermindert het fytinezuur erin vaak de opname van zink, tenzij in zuurdesembrood. Het rijkst zijn de dierlijke eiwitbronnen: rundvlees en lamsvlees (liefst bio en van gras gevoede dieren), wild, kalkoen, lever, vette vis, oester en ei. Plantaardige zink wordt vooral aangeleverd door peulvruchten (erwten, linzen, mungo), noten (cashew) en zaden (pompoenpitten, sesamzaad), tarwekiemen, quinoa en paddenstoelen. Recente studies tonen wel aan dat zink – alweer door fytinezuur – in peulen, zaden en noten niet zo goed opneembaar is als in dierlijke bronnen.

Vaak gebreken

Heel wat mensen vertonen een zinkgebrek, zeker bij een westerse geraffineerde voeding, waarbij bovendien alcohol en suiker zich als echte ‘zinkrovers’ gedragen. Ook bij een streng vegetarisch, veganistisch of eiwitarm dieet kan een tekort aan zink optreden. Omdat een goede maagfunctie met voldoende maagzuursecretie nodig is voor een vlotte opname van zink, lopen de vele gebruikers van maagzuurremmers een risico op gebrek en er wordt geschat dat liefst 40 procent van onze senioren een zinktekort vertoont.

Sterke slijmvliesbarrière

Om verschillende redenen is zink elementair voor een sterk afweervermogen. In de eerste plaats omdat het de barrièrefunctie van de slijmvliezen (waar de meest micro-organismen binnendringen) versterkt. Zo zorgt zink voor sterke ‘tight junctions’ of klitbandjes tussen de epitheelcellen en dus voor een betere integriteit van de slijmvliezen. Ook zorgt het voor een betere lengte van en voor meer trilharen, waarvan bovendien de slagfrequentie toeneemt, wat resulteert in een betere ‘clearance’ of verwijderen van de aan slijmvliezen geklitte virussen. Verder vermindert zink de aanmaak van hetACE-2-receptor, het eiwit via dewelke virussen zoals het SarsCov2-virus het longepitheel penetreren.

Remt virale replicatie
Nog belangrijker is het feit dat zink de vermenigvuldiging remt van virussen die de cellen zijn binnengedrongen. Meer bepaalt remt zink het enzym ‘RNA-polymerase’, waarmee virussen zich vermenigvuldigen. Daarbij komt dat het ook de virale ‘envelop’ destabiliseert, de fusie van het viraal membraan met het membraan van de gastheercel afremt en de vrijstelling van virale partikels vermindert. Uiteindelijk is aangetoond dat zink de afweer verhoogt tegen: corona-, papilloma-, rhino-, picorna-, herpes simplex-, varicella zoster-, respiratoir syncitiaal-, HIV-, metapneumo- en hepatitis C- virussen.

Gebalanceerd immuunantwoord

De derde manier waarop zink mee de afweer bepaalt is haar ‘immunomodulerende werking’: ze versterkt de immuniteit door te functie te verbeteren de ‘Natural Killer Cell’ lymfocyten in de eerstelijnsafweer en door de uitrijping te bevorderen van de ‘cytotoxische’ T- en antilichaam producerende B-lymfocyten in de verworven immuniteit. Maar aan de andere kant zorgt zink door een antioxiderende en anti-inflammatoire (ontstekingsremmende) werking voor een betere ‘immunotolerantie’ en dus minder ‘hyperimmuniteit’, getuige een lagere afscheiding van ontsteking bevorderende substanties zoals interleukine 6 (IL-6), C-reactief proteïne (CRP) en Tumor Necrosis factor alfa (TNFα) bij infecties. Zink remt dus de hyperimmuniteit die via een zogenaamde ‘cytokinenstorm’ kan zorgen voor een ernstig verloop van luchtwegeninfecties en die bv bij corona-infecties kan leiden tot de longaantasting (ARDS of ‘Acute Respiratory Distress Syndrome’).

Synergie in de afweer

Zinkgebrek maakt mensen dus meer gevoelig voor infecties en overdreven reacties daarop en het supplementeren met zink verbetert het immuunantwoord bij zowel virale als bacteriële infecties. In studies ziet men dat de extra inname van zink, al dan niet in combinatie met vitamine C, de ernst en duur van acute luchtwegeninfecties significant vermindert. Denk zeker ook aan een synergie met quercetine, een flavonoïde dat onder meer als ‘zink ionofoor’ de opname van zink door de cellen verbetert, waardoor de antivirale werking ervan veel beter tot zijn recht komt. Waar ook nog moet op gewezen worden, is de belangrijke synergie tussen zink en selenium voor een adequate immuniteit. En tenslotte is zink vooral met vitamine D een sleutelnutriënt voor een sterke afweer, waarbij laatstgenoemde ook de slijmvliesbarrière versterkt en de kans op hyperimmuniteit vermindert.

Vruchtbaarheid en prostaatfunctie

Een gans ander terrein waarop zink onmisbaar is, is dat van de fertiliteit en de prostaatfunctie. Zo kunnen te lage zinkspiegels de ouder wordende man op twee manieren treffen: door een lagere testosteronaanmaak kan het libido en het algemeen prestatievermogen te wensen over laten, terwijl er ook een grotere kans bestaat op goedaardige prostaatvergroting met vervelende plasklachten. Zink aanvullen is dan ook één van de belangrijkste maatregelen bij prostaatklachten. Maar zinkgebrek kan ook de vruchtbaarheid van de jonge man en vrouw schaden: bij eerstgenoemde kan de productie van spermatozoïden in het gedrang komen, terwijl de vrouw een grotere kans loopt op hormonale stoornissen of op een miskraam in de vroege zwangerschap.

Stofwisseling en bloedsuiker

Zink is een essentiële cofactor van talrijke enzymen die zijn betrokken in de stofwisseling van zowel koolhydraten, eiwitten als vetten. Vermits zink daarnaast ook nodig is in de pancreas voor zowel de optimale aanmaak, opslag als afscheiding van het bloedsuikerverlagende hormoon insuline, is het een onmisbaar mineraal om in te zetten in de preventie en aanpak van type 2 diabetes.

Optimaal gezichtsvermogen

Dat zink elementair is voor een optimaal gezichtsvermogen, wordt al bewezen door het feit dat er normaal veel zink voorkomt in het netvlies en het vaatvlies van het oog. Zink is er belangrijk om vitamine A van de lever in het oog om te zetten tot het pigment melanine, dat het oog beschermt (en mee de kleur ervan bepaalt). Zink bevordert ook de lichtcaptatie door rhodopsine of gezichtspurper. En ze maakt deel uit van antioxiderende enzymen die het netvlies beschermen tegen vrije radicalen. Alles samen, helpt zink beschermen tegen leeftijdsgebonden netvliesdegeneratie, tegen nachtblindheid en tegen cataract (staar of troebeling van de ooglens).

Sterke botten, huid, haren en nagels

Zowel voor de functie van de osteoblasten, de cellen die de eiwitmatrix van de botten aanmaken, als voor de mineralisatie van de beenderen, is zink belangrijk. Zinkgebrek verhoogt dan ook het risico op osteoporose en op botbreuken. Daarnaast speelt zink een belangrijke rol in de aanmaak van bindweefsels: ze helpt huidletsels te voorkomen en draagt bij tot een vlotte wondgenezing. Verder kan zinkgebrek leiden tot een verminderde pigmentatie van het haar met een rode schijn, tot verlies van haren in welomschreven plekken op de behaarde hoofdhuid (alopecia areata) en tot verlies van wenkbrauwen en wimpers. Ook broze, breekbare nagels worden bij zinkgebrek gezien.

Waar zink nog belangrijk voor is:  

  • is elementair voor een optimaal reuk- en smaakvermogen
  • maakt deel uit van antioxiderende enzymen en draagt zo bij tot het voorkomen van vroegtijdige ouderdomsverschijnselen zoals gehoor- en smaakverlies
  • draagt bij tot een gezonde leverfunctie en is cruciaal voor de genezing van maagzweren in een eerste stadium
  • helpt verschijnselen van hyperactiviteit bij kinderen te milderen en draagt op schoolgaande en oudere leeftijd bij tot een normale verstandelijke functie en een positieve instelling
  • speelt een rol in de stabilisatie van het genetisch materiaal en is essentieel voor de aanmaak van nucleïnezuren bij de celdelingen
  • draagt bij tot het behoud van gezonde bloedvaten, een normale bloeddruk en een stabiel hartritme

Verzekerde opname, goed verdragen

Net zoals bij de meeste mineralen, kan door ‘chelatie’ of binding aan een aminozuur, de opname van zink geoptimaliseerd worden. Daarom zijn gecheleerde vormen van zink zoals zinkbisglycinaat en zinkmethionine de betere keuzes. Ze vereisen in tegenstelling tot zinkzouten geen maagzuur voor hun opname en worden dan ook vlot opgenomen door mensen met een zwakke maagfunctie (ouderen, zieken, bij maagdarmaandoeningen) en dit zonder de spijsvertering te belasten. Vrij goed opneembaar zijn de zinkzouten zinkcitraat, zinkgluconaat en zinkpicolinaat, maar langdurige en eenzijdige inname daarvan kan wel de koperspiegel verlagen. Vermijd zeker het slecht opneembare zinkoxide.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*