Mineralen: neem enkel genoegen met de bioactieve vormen

In tijden van verarmde landbouwbodems, zure regen, bewerkte voedingsmiddelen, overmatig gebruik van suiker, inname van medicijnen elektromagnetische stress,  en verhoogde behoeften door stress en werkdruk, kan het bijna niet anders: veel van ons hebben tekorten aan één of meerdere mineralen. Naast een gezonde voeding, is aanvulling vaak meer dan wenselijk. Maar voor mineralen geldt bij uitstek wat algemeen voor voedingssupplementen geldt: “het is niet wat je inneemt, maar wat je opneemt dat telt”. Wat zijn dan uiteindelijk de beste keuzes bij mineralensupplementen?

Zouten of ionische bindingen

Mineralen worden vaak toegediend onder de vorm van ionische verbindingen of zouten. Hierbij is een positief geladen mineralenion of anion (magnesium2+, calcium2+, ijzer 2+….) “ionisch” en zeer innig gebonden aan een negatief geladen ion of kation (oxide of O22-, carbonaat of CO32-, sulfaat of SO42_, citraat2-…): bv. magnesiumoxide, magnesiumcitraat, calciumcarbonaat en ijzersulfaat. Om met succes gebruik te maken van deze zouten, is een zeer belangrijke voorwaarde: er moet voldoende maagzuur afgescheiden worden om de sterke ionische verbindingen te splitsen in afzonderlijke positieve ionen en negatieve ionen, want pas dan kunnen ze opgenomen worden. Omdat heel weinig mensen, en zeker ouderen, een zwakke maagzuurafscheiding vertonen, mogen we al stellen dat velen niet goed geholpen worden door mineralen onder de vorm van ionische verbindingen of zouten. Meer nog: ze kunnen er zelfs ongemakken van ondervinden, want de ongesplitste zouten (vooral carbonaten, oxiden en sulfaten) kunnen in het maagdarmkanaal vervolgens aan de basis liggen van bv. zwaartegevoel, constipatie of diarree.


Onderlinge “competitie”
Als de splitsing van de mineralenzouten in maag en darmen toch vlot gebeurt, bv bij citraten, dan is er nog een probleem. Zo zal bv het tweewaardig positief magnesium (Mg2+) dat wordt vrijgesteld uit magnesiumcitraat in “competitie” treden met andere tweewaardige positieve mineralen uit de voeding, voorop tweewaardig positief calcium (Ca2+). Dat wil zeggen dat een langdurige en eenzijdige inname van magnesiumcitraat op den duur gaat leiden tot een lager calciumgehalte in het bloed.  Wie langdurig calciumcitraat inneemt (bv. tegen osteoporose), zal dan weer door het vrijstellen van tweewaardig positief calcium in maag en darmen de opname van magnesium en zink uit de voeding afremmen. Met andere woorden: de inname van een mineraal onder de vorm van een zout, zal door “competitie” de opname van een “antagonist” afremmen, waarvan de bloedspiegel zal afnemen.

Gecheleerd: beter opneembaar, geen competitie
Zeer goed opneembare of bioactieve vormen van mineralen zijn “gecheleerde mineralen” of “chelaten”. Dat zijn aan aminozuren gebonden mineralen (bvb. aan het eenvoudigste aminozuur, glycine), een chemische vorm die heel  vaak in de voeding voorkomt. Het gaat hier om covalente bindingen en niet om ionische verbindingen. Deze verbindingen worden niet gesplitst in de maag, maar in hun geheel opgenomen in de darmen. Dit heeft een aantal elementaire voordelen:

  • de opname van het mineraal is niet afhankelijk van de maagzuursecretie en gebeurt ook gegarandeerd bij een zwakke maagzuursecretie
  • de opname van het mineraal is veel hoger:zo is gecheleerde magnesium onder de vorm van magnesiumbisglycinaat tot 5 maal beter opneembaar dan het veelvuldig gebruikte magnesiumoxide
  • omdat er geen splitsing gebeurt met vrijstelling van een ionisch geladen mineraal, zal het betreffende mineraal voor opname niet in competitie treden met andere mineralen: zo zal bvb. zinkbisglycinaat de opname van koper niet negatief beïnvloeden, zal magnesiumbisglycinaat de opname van calcium niet negatief beïnvloeden…
  • het toedienen van deze mineralen leidt veel minder tot nevenverschijnselen zoals zwaartegevoel, constipatie en diarree in vergelijking met ionische mineraalverbindingen
  • het aminozuur waarmee het mineraal is gecheleerd, is ook nuttig: bv. glycine in magnesiumbisglycinaat helpt beter tot rust te komen, helpt de maag beschermen tegen zweervorming, helpt leverschade door alcohol voorkomen en remt nierschade door bepaalde medicijnen af

Geen wonder dat in de betere voedingssupplementen heel vaak wordt gekozen voor gecheleerde mineralen, zeker bij magnesium, ijzer en zink. Belangrijke opmerking hierbij: er kunnen alleen chelaten gemaakt worden van positief geladen ionen. Voor negatieve ionen zijn andere oplossingen nodig (zoals het liposoom, zie verder). Enig nadeel van chelaten is dat ze een groter volume innemen.

Liposoom: ook goed opneembaar

Een natuurlijke techniek die in de complementaire geneeskunde opmars maakt om bepaalde stoffen beter te laten opnemen, is het gebruik maken van de natuurlijke “emulgator” lecithine. Vrij gekend op dit gebied zijn de “fytosomen” van de kruiden kurkuma en boswellia, waarbij een jasje van fosfatidylcholine (de hoofdcomponent van lecithine) zorgt voor een veel betere opname van de inhoudsstoffen van deze kruiden. Nu kan deze techniek ook gebruikt worden om mineralen beter te laten opnemen en in dit geval spreekt men van “liposomen”. In de eerste plaats is deze techniek vooral welkom om negatief geladen ionen (waarvan geen chelaten kunnen gemaakt worden), beter te laten opnemen. Een perfect voorbeeld hiervan is liposomale jodium. Sterk hieraan verwant is de manier waarop de opname van silicium sterk kan verbeterd worden:  in plaats van gebruik te maken van fosfatidylcholine wordt weliswaar choline gebruikt, waardoor met  “cholinegestabiliseerd orthosiliciumzuur” een uitstekend opneembare silicium bestaat. De techniek van liposomen kan ook gebruikt worden om positieve ionen beter te laten opnemen. Zo zal de moeilijk te splitsen magnesiumoxide in een liposomale vorm nu wel zeer vlot (en in zijn geheel, zonder competitie met calcium) opgenomen worden én in een kleiner volume dan magnesiumbisglycinaat.

Bioactieve vormen van mineralen:

  • Magnesium: gecheleerde magnesiumbisglycinaat is meer dan waarschijnlijk beste keuze voor magnesium en de vorm die het snelst deficiënties corrigeert. En de glycine erin is zoals hoger gesteld, nuttig voor het zenuwstelsel (zenuwpijn!), de maagdarmslijmvliezen, de nieren en de lever. Zeer interessant is ook de gecheleerde magnesiumtauraat, die evenwel een stuk duurder is dan eerstgenoemde en minder magnesium aanvoert (9 % tov 10 %), en met taurine een aminozuur bevat dat zeer nuttig is voor hersenen, lever en galvorming. Magnesiummalaat is wellicht voor de energiestofwisseling de beste magnesiumvorm, maar heeft het nadeel dat je er wel zeer veel van nodig hebt (bevat amper 6,5 % magnesium) . “New kid on the block”, waarvan veel wordt verwacht en die veel minder volume inneemt dan de magnesiumchelaten, is de “liposomale” magnesiumoxide (32 % magnesium).  De beter opneembare vorm van de ionische magnesium is magnesiumcitraat, maar onthoud dat die wel de antagonist calcium verlaagt. Goed opneembaar is ook magnesiumglycerofosfaat, want die vorm passeert goed de celmembranen. Vermijd “gewone” magnesiumoxide, magnesiumsulfaat en magnesiumchloride.
  • Calcium: zeer interessante bron is het algje Lithothamnium calcareum. Als dit algje afsterft, laat het een skelet na van zeer goed opneembare zouten, voorop calciumzouten. Deze zullen bovendien de bloedspiegel van “antagonist” magnesium niet verlagen, want in Lithothamnium zitten ook goed opneembare magnesiumzouten. Verder is gecheleerde calciumbisglycinaat uiteraard ook een goede, maar duurdere en meer volumineuze, keuze. Calciumcitraat is een vrij goed opneembare vorm van calciumzouten, maar onthoud dat die wel antagonist magnesium verlaagt. Vermijd zeker calciumcarbonaat.
  • zink: gecheleerde zinkbisglycinaat en – zink-L-methionine zijn de beste keuzes voor zink: beter dan de zinkzouten zinkcitraat, zinkgluconaat en zinkpicolinaat en veel beter dan de te totaal te vermijden zinkoxide.
  • ijzer: gecheleerde ijzerbisglycinaat is de allerbeste keuze voor ijzer; veel beter dan de ijzerzouten ijzersulfaat, ijzergluconaat, ijzeraspartaat en ijzerfumaraat. Klinische studies tonen aan dat je via ijzerbisglycinaat 4 maal minder ijzer dan via ijzersulfaat moet aanvoeren voor een zelfde gunstig effect bij bloedarmoede. Bovendien wordt  ijzerbisglycinaat ook veel beter verdragen dan ijzerzouten met minder risico of maag- en darmlast en minder constipatie
  • selenium: de allerbeste keuze is seleniumgist, waarbij biergist voor ons anorganische seleniumzouten omzet in organische, natuurlijke, gecheleerde en dus goed opneembare seleniumchelaten, voorop selenomethionine. Eventueel kan gekozen worden voor  preparaten met 100 % gecheleerde selenomethionine. Vermijdzeker anorganische selenieten en selenaten!
  • jodium: de allerbeste keuze is “liposomale” jodium, waarbij natriumjodaat geëmulgeerd wordt door fosfatidylcholine uit lecithine . Die neemt beter op dan anorganische jodiumzouten in tabletten en in druppelvorm en ook beter dan jodium in kelp en blaaswier.
  • silicium: de allerbeste keuze is cholinegestabiliseerd orthosiliciumzuur, dat als enige siliciumpreparaat in correct uitgevoerde wetenschappelijke studies zijn werkzaamheid heeft bewezen. Hierbij zorgt choline niet alleen voor een stabiele vorm, maar vooral voor een betere passage door de celmembranen en dus een optimale werking. Gewone  orthosiliciumzuur (niet stabiel door binding met choline) heeft minder wetenschappelijke onderbouwing dat voornoemde siliciumvorm. Heermoes,  brandnetel, weegbree en bamboe zijn uiteraard rijke plantaardige bronnen van silicium, maar bij een zwakke maagfunctie worden de siliciumverbindingen erin helaas niet goed gesplitst.
  • zwavel: de allerbeste en eigenlijk enige voor de hand liggende keuze is de natuurlijke, organische molecule methylsulfonylmethaan (MSM), een neutrale en kleine molecule die zeer vlot wordt opgenomen een zeer veilig is.
  • chroom: de beste keuze is chroomgist, waarin de chroom organisch gebonden zit aan aminozuren uit biergist. Maar die is nog niet zolang toegelaten in Belgische voedingssupplementen. Dan zijn de andere, vrij goede vormen: chroompicolinaat en chroomnicotinaat.
  • MANGAAN en KOPER: de bioactieve vormen zijn gecheleerde vormen zoals mangaanbisglycinaat en koperbisglycinaat.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*